Want to create interactive content? It’s easy in Genially!

Get started free

futur proche versus pc 3h

Sascha Mocking

Created on September 6, 2021

Start designing with a free template

Discover more than 1500 professional designs like these:

Transcript

in de nabije toekomst

Qu'est-ce que tu vas faire?

Elle va faire du jogging

il va faire du foot

tu vas faire du golf

je vais faire du karaté

nous allons faire du vélo

vous allez faire du basket

elles vont faire du volley

ils vont faire du tennis

Wat ga je doen?Wat heb je geaan?

futur proche

Wat ga je doen?

Qu'est-ce que tu as fait?

Elle a fait du jogging

il a fait du foot

tu as fait du golf

j'ai fait du karaté

nous avons fait du vélo

vous avez fait du basket

elles ont fait du volley

ils ont fait du tennis

passé composé

Wat heb je gedaan?

je vais manger de la pizza

futur proche

Qu'est-ce que tu vas manger?

j'ai mangé de la pizza

passé composé

Qu'est-ce que tu as mangé?

Hw: beginnen met de opdrachten van lire (routeboek) Leren pj 1 en 2 + être, avoir en aller

Lees de volgende pagina's thuis, als huiswerk door. Ik wil van je weten welke manier jij gaat uitproberen

Het leren van

Le vocabulaire et les expressions

ga naar www.liveworksheets.com ga naar student access login als student 3hc gebruik de code : sniekcbxro 3hxt gebruik de code: 1rha91ncrg Maak daar de eerste 5 pagina's

Kun je nog niet in d'accord online?

3hxt - of voor de leerlingen die nog geen boeken hebben ...

Manier 1: opnemen

Neem de woorden die je moet leren op (op je telefoon) Speel ze regelmatig af – liefst tijdens het bewegen. Loop, spring op de tampoline, jongleer, fiets, etc. Zo onthoud je de woorden met behulp van ritme. Je kunt ook iets in je handen nemen (een gum of zo, wel geluidloos graag!). Neem die mee naar de toets. Tijdens het bewegen daarmee, komt de kennis weer boven.

Manier 2: uitspreken

Spreek de woorden of begrippen die je moet leren hardop uit. Nu combineer je spreken, zien en horen Waardoor je beter kunt onthouden wat je moet leren.

Manier 3a: visualiseren

Visualiseer de woorden en maak kleine verhalen. Kijk welke woorden je kunt combineren en maak hier een verhaaltje van. Bateau (boot), Ours (beer) drapeau (vlag) Canard (eend) Lunettes (bril) livre (book) fille (meisje) Op een bateau staat een ours met een paarse drapeau te zwaaien naar een dobberende canard met een groene lunettes en een livre van het fille tussen zijn zwemvliezen.

Manier 3b: visualiseer mannelijk - vrouwelijk

Zet de woorden in een schema Zet de mannelijke woorden in het blauw Zet de vrouwelijke woorden in het roze Dan weet je of er le of la voor het woord hoort te staan.

Manier 4: leerkaartjes / mindmapkaartjes

Verschillende kleuren voor verschillende soorten woorden of onderwerpen. Gecombineerd met een mindmap onthoud je de woorden of begrippen bij de tak van de mindmap waar ze mee te maken hebben. Voordeel van kaartjes: je schrijft alle woorden minimaal 1 keer op. Door te schrijven “programmeer” je als het ware je hoofd. Dit is beter dan alleen lezen.

Manier 5: leerkaartjes / mindmapkaartjes

Uit je boek? Niet doen!! Je slaat de volgorde op en dan moet je tijdens de toets het hele rijtje af in je hoofd! Wil je echt niet schrijven? Typ de lijst met woorden in een tabel in word of excel. Maak vòòr de woordjes nog 2 kolommen aan. Kolom 1: cijfers van 1 tm … Kolom 2: letters van a tm … Nu kun je met de sorteerknop sorteren op alfabet, nummer, kleur… Zo is je rij woordjes in meerdere volgordes te zetten.

Manier 6: harmonica model