NW 1B - Wetenschappelijke onderzoeksmethode
Veerle
Created on October 11, 2024
Over 30 million people build interactive content in Genially.
Check out what others have designed:
Transcript
Klas: Cluster 1 - B-stroom
2 De onderzoeksvraag
1 De onderzoeksmethode
3 De hypothese
Leerkracht: Mevr. Veerle
4 De benodigdheden
Vak: Natuurwetenschappen
5 De werkwijze
6 De waarneming
7 Het besluit
8 De reflectie
Thema 1
Met dit leerpad zal je zelfstandig de leerstof van thema 1 doorlopen. Je leert alles over hoe je een goede onderzoeker wordt. Tussendoor krijg je oefeningen om de leerstof in te oefenen of om te testen dat je alles begrijpt.Je kiest zelf in welke volgorde je aan de slag gaat door rechts op een cijfer met onderwerp te klikken. Zo kan je ook makkelijk verder aan de slag gaan waar je de laatste keer bent gebleven zonder alles opnieuw te moeten doorlopen.Naast een computer waarop je dit leerpad doorloopt heb je ook thema 1 uit je cursus en een pen nodig.
De wetenschappelijke onderzoelsmethode
Start
9 Test
2
6
1
2
3
4
5
7
9
8
Wat is het verschil tussen het experiment van Piet en het experiment van Sus?
Bij Sus loopt alles vlot maar bij Piet is het grote chaos en loopt alles verkeerd.
Sus volgt een stappenplan, werkt netjes en heeft een duidelijke vraag. Piet doet maar wat.
Hoe komt dat?
1
Cursusp. 6
De wetenschappelijke onderzoeksmethode?
Bekijk de video en ontdek er alles over!
2
6
1
3
4
5
7
8
9
6
1
2
3
4
5
7
8
9
De onderzoeksvraag
Wat is een goede onderzoeksvraag?
Start
6
1
2
3
4
5
7
8
9
Wat is een goede onderzoeksvraag?
6
1
2
3
4
5
7
8
9
Vraagvorm
Een onderzoeksvraag bestaat uit 1 vraag.
Beknopt
De vraag is kort en bondig.
Onderzoekbaar
Je moet de vraag zelf kunnen onderzoeken.
Relevant
De vraag is zinvol of nuttig.
Afgebakend
De vraag beschrijft precies wat je wilt weten. Het is heel duidelijk wat je wilt onderzoeken.
Ondubbelzinnig
De vraag omschrijft precies wat je moet doen.
Een goede onderzoeksvraag
4
6
1
2
3
Het onderzoeksvraagmachientje
5
Hoe weet ik nu of een vraag een goede onderzoeksvraag is? Doorloop dan de stappen van het onderzoeksvraag-machientje: Is het een 'nee' dan is het geen goede onderzoeksvraag.Is het een 'ja' dan ga je naar de volgende stap.Kom je zo volledig uit de machine? Dan is het een goede onderzoeksvraag.
7
8
9
2
6
1
3
4
5
7
8
9
2
6
1
3
4
5
Oefening 3 in de cursus
7
8
9
6
1
2
3
4
5
7
8
9
De hypothese
Wat is de hypothese?
Start
6
1
2
3
4
5
7
8
9
Wat is een hypothese?
Meer uitleg nodig?
Next
6
1
2
3
4
5
7
8
9
Wat is een hypothese nu juist?Deze uitleg krijg je als je op het filmpje klikt tot op 3 minuten 37.
Uitleg met een voorbeeld. Te bekijken vanaf je klikt op het filmpje tot op 1 minuut 40.
6
1
2
3
4
5
7
8
9
Maak de oefeningen 4 en 5 op p. 10 en 11.
6
1
2
3
4
5
7
8
9
Benodigdheden
Start
6
1
2
3
4
5
7
8
9
Benodigdheden
= Alles wat je nodig hebt om het experiment uit te voeren
Om een experiment/proefje uit te voeren heb je natuurlijk materiaal nodig. Deze staan altijd oplijst bij de 'benodigdheden'.
De benodigdheden hangen af van de werkwijze die je zal gebruiken. Elk proefje heeft dus andere benodigdheden nodig.
= Materiaal dat je nodig hebt.
6
1
2
3
4
5
7
8
9
Maak de oefeningen 6 en 7 op p. 11 en 12.
Oplossingen
6
1
2
3
4
5
7
8
9
De werkwijze
Start
6
1
2
3
4
5
7
8
9
Maak oefenig 8 op p. 13
6
1
2
3
4
5
7
8
9
Werkwijze
= stappenplan hoe je het experiment moet uitvoeren.
Nu je weet wat je nodig hebt, kan je aan de slag gaan.Je leest altijd EERST de werkwijze. Deze geeft aan wat je wanneer moet doen. Beetje zoals een recept volgen om te koken.
6
1
2
3
4
5
7
8
9
Maak de oefeningen 9 op p. 14
6
1
2
3
4
5
7
8
9
De waarneming
Start
6
1
2
3
4
5
7
8
9
Dierengeluiden beluisteren
Klik op de megafoon om te luisteren.
Dierengeluiden beluisteren en bekijken
Klik op de afbeelding hierboven om opnieuw te beluisteren en deze keer ook te beijken.
Luister en kijk naar de dierengeluiden.
Luister naar de dierengeluiden.
Hoeveel keer hoor je nu vogels?
Hoeveel keer hoor je vogels?
Schrijf dit op in je cursus oefening 10 p.14
Schrijf dit op in je cursus oefening 10 p.14
Bekijk en beluister de dierengeluiden.
Hoeveel keer hoor je nu vogels?
Schrijf di op in je cursus oefening 10 p.14
6
1
2
3
4
5
7
8
9
Waarneming
= wat je ziet, voelt, proeft, ruikt, hoort, ...
Waarnemen doe je objectief. Dat wil zeggen dat je noteert wat je met jouw zintuigen waarneemt, zonder jouw betekenis of mening te geven. Hoe meer verschillende zintuigen je gebruikt, hoe beter jouw waarneming zal zijn.
9
6
Oefeningen
1
Maak de volgende oefeningen. Deze kan je ook in jouw cursus terugvinden p. 15 en 16.
1
2
2
3
4
5
7
8
Oplossingen
6
1
2
3
4
5
7
8
9
Het besluit
Start
6
1
2
3
4
5
7
8
9
Het besluit geeft een duidelijk antwoord op de onderzoeksvraag.
Het besluit
6
1
2
3
4
5
7
8
9
Maak de oefeningen 13 en 14 op p. 16 en 17
6
1
2
3
4
5
7
8
9
De reflectie
Start
6
1
2
3
4
5
Bij de reflectie kijk je terug naar hoe je het experiment hebt uitgevoerd:
- Hoe ging het?
- Was ik voorzichtig?
- Heb ik elke stap van de werkwijze uitgevoerd?
- Wat kan ik de volgende keer beter doen?
7
8
9
De reflectie
9
6
Oefeningen
1
Maak de volgende oefening. Deze kan je ook in jouw cursus terugvinden p. 19.
1
2
2
3
Nienke en Tibo hebben een experiment uitgevoerd tijdens de lessen natuurwetenschappen. Het experiment verliep niet zoals het gepland was.
4
5
7
8
Oplossingen
6
1
2
3
4
5
7
8
9
Oplossingen
Toets
Test jezelf
Nu je alle stappen van de wetenschappelijke onderzoeksmethode hebt geleerd is het tijd voor een testje of je alles begrijpt.
Toets
Snap je alles? Heb je bijna alles juist bij 'Ik controleer mezelf'?Tijd om de toest te maken!Klik po de onderstaande knop en veel succes!
Maak de 'Ik controleer mezelf' in je cursus (p. 24-28)
Kijk na via de onderstaande knop.