Want to create interactive content? It’s easy in Genially!
Get started free
STEM
SLOTSTEM
Created on May 15, 2024
Start designing with a free template
Discover more than 1500 professional designs like these:
Transcript
Enkele principes uit een STEM les
- Ik activeer de voorkennis bij m'n leerlingen.
- Je kan de les starten met een actieve terugblik.
- Weet je nog ... ? Stel vragen.
- Leerlingen laten nadenken over wat ze al weten.
- Blik terug aan de hand van vorige oefening, stappenplan, tekening, model, checklijst, ...
- Je kan activerende werkvormen inzetten om de relevante voorkennis terug boven te halen.
- onderwijsleergesprek met open vragen,
- Een probleemstelling, uitdaging aan je leerlingen voorleggen.
- een test uitvoeren ...
- Een voorbeeld, demo uitgevoerd door leerlingen, leraar
- Beeldmateriaal actief gebruiken (edpuzzle)
Voorkennis
- Ik krijg zicht op de didactische beginsituatie (o.b.v. vorige les, vorige jaren, info uit evaluaties, digitale systemen…)
- Ik bedenk wat mijn leerlingen al kunnen/weten.
- Ik bedenk waar mijn leerlingen zouden kunnen versnellen.
- Ik bedenk waar mijn leerlingen zouden kunnen uitvallen (veelgemaakte fouten?).
- Ik bedenk waar mijn leerlingen al sterk in zijn.
- Ik bedenk op basis van deze beginsituatie welke differentiatie noodzakelijk is.
- Ik bepaal werkvormen, leermiddelen en opdrachten die de verschillende leerlingen nodig hebben om het doel te bereiken.
- Ik bedenk op welk vlak ik kan differentiëren.
- Dit kan in tijd, ondersteuning, instructie, opdrachten, eindproduct, groepssamenstelling.
- Dit kan in doel, opdrachten, evaluatiecriteria en evaluatie.
Beginsituatie
- Het belang van een goed project, een uitdagende oefening op basis van een duidelijk leesbaar leerdoel is essentieel.
- Denk goed na over de te behalen leerdoelen met het leerplan als basis.
- Denk goed na over de keuze van het project of oefening.
- Stel een leerlijn op met de vakgroep.
- Een project dat voldoende uitdaging biedt en op niveau van de leerling
- Een project waar de leerling zich verbonden mee voelt, de leefwereld van de leerling
- Een project dat de realiteit benadert.
- Laat leerlingen ervaren dat ze in staat zijn het project en de leer- lesdoelen te behalen.
- Duidelijke criteria zullen helpen en duidelijkheid bieden.
- Geef de leerling het gevoel eigenaar te van zijn/haar leerproces.
- Geef autonomie aan de leerlingen
- Geef voorbeelden, toon acties voor, bied modellen aan.
- Bied ondersteuning voor moeilijker stappen
- Toon nieuwe vaardigheden in kleine stappen voor.
- Creëer tijd om te oefenen en fouten te mogen maken.
- Neem angst voor machines weg door een veilige situatie te creëren.
Motivatie
- Ik zorg voor doelgerichte oefeningen / projecten die aansluiten bij mijn leerplandoel, het leer- lesdoel en leerlijn.
- Ik kies in het begin oefeningen die de leerlingen de kans geven om de aangeboden instructie te oefenen.
- Naarmate de tijd vordert en ze meer weten en kunnen, geef ik de leerlingen opdrachten met meer variatie om het geleerde in te oefenen.
- Ik zorg voor voldoende afwisselende oefeningen gedurende het gekozen project.
- ik bouw voldoende oefenmomenten in.
- Ik bouw voldoende testkansen in vooraleer op het afgewerkte materiaal te werken.
- Veiligheid: (zie lessen met effect rond veiligheid)
- We maken duidelijke afspraken die gelden voor het volledige competentie centrum.
- Elke leraar is mee verantwoordelijk.
- We zorgen ervoor dat er altijd veilig kan gewerkt worden.
Zelfstandig ontwikkelen
Leervragen:
- Zit de leerlijn correct?
- Halen we leerplandoel?
- Waar sturen we bij?
Als vakgroep kan je ondersteunen door:
- Na een aangereikt leerproces, wisselen we leservaringen uit, we maken regelmatig een eigen evaluatie en verfijnen het veiligheidsbeleid in de machinezaal.
- We gaan het effect van onze lessen evalueren ( Zie mindmap evaluatiewijzer )
- We geven niet alleen feedback meer streven ook naar groeigerichte feedup en feedforward.
- Ik verricht navraag bij mijn leerlingen over het verloop van de les.
- We reflecteren over het aangereikte leerproces en ons eigen handelingspatroon.
- We kunnen ons hierbij enkele praktische vragen stellen?
- Werkt een toolboxmeeting?
- Wat zijn de voor- en nadelen?
- Kunnen we voldoende stille momenten inbouwen?
- Werken de QR codes.
- Hebben we voldoende zicht op de aangereikte antwoorden van de vragen?
Effectmeting bij de leerlingen:
- We voorzien regelmatig evaluatiemomenten met duidelijke evaluatiecriteria.
- Wat hebben we geleerd?
- De leerlingen leren uit hun fouten.
- Leerlingen doorlopen een PDCA cirkel, exit ticket, …
Evalueer, reflecteer en blik vooruit
- Organisatie van mijn klas in een ruimer competentiecentrum:
- Wat heb ik nodig?
- Een werkzone, montageruimte, machines, stille ruimte, labo ...
- Moet ik daarvoor met collega's afspreken?
- Welke afspraken maak ik met mijn leerlingen?
- Wie kan over welke ruimte beschikken?
- Wie zal welke taken uitvoeren?
- Wat zijn de afspraken als de taak klaar is?
- ...
- Ik zorg ervoor dat het leslokaal of de lesruimte tijdig lesklaar is.
- Welke machines, toestellen hebben de leerlingen nodig?
- Werken alle machines, zijn alle veiligheidsmiddelen aanwezig?
- Zijn de snijgereedschappen aanwezig en goede staat?
- Zijn alle grondstoffen reeds aangekocht, aanwezig en gebruiksklaar?
Organisatie
- Opstart van de les.
- Wat zijn de afspraken in het leslokaal, competentiecentrum?
- Hoe verloopt het omkleden?
- Hoe start ik m'n les op?
- Klassiekale of individuele instructies?
- Is er een takenschema nodig?
- Wat verwacht ik van mijn leerlingen op het einde van een les, periode?
- Moet ik daarvoor met collega's afspreken?
- Welke (veiligheids) afspraken zijn er om machines te gebruiken?
- Je maakt duidelijk welke stappen de leerlingen nemen vooraleer naar een machine te stappen;
- Gelden de afspraken voor iedereen in het competentiecentrum
- ...
- Einde van de les
- Je kan in het begin van de les reeds afspraken maken hoe we opruimen, hoe we de les eindigen, wat wordt verwacht.
- Je kan in het begin van de les een rolverdeling maken?
- Je kan iemand aanduiden die aangeeft hoe zijjn/haar les is gelopen en wat er geleerd werd.
Lesverloop
- Ik check of probleemgestuurd leren passend kan zijn voor deze les.
- Ik kan nieuwe kennis verwerven aan de hand van een probleem of een taak vanuit een authentieke, professionele context.
- Ik leer de leerlingen een wetenschappelijke methode toe te passen om een probleem te onderzoeken (voorbeeld STEM- doelen).
- Ik neem bij probleemgestuurd leren de rol van begeleider op.
- Tijdens het oplossen van het probleem leer ik leerlingen hoe ze hun keuzes kunnen beargumenteren om verdere stappen, besluiten te nemen.
- Ik geef heldere instructie, opgebouwd in logische stappen.
- Ik bouw mijn instructie logisch en in kleine stappen op.
- Ik laat leerlingen tijdens de instructie de stappen verwerken. Dit kan bijvoorbeeld met behulp van aantekeningen, een oefening, een gesprek of door een digitale tool.
- Ik activeer mijn leerlingen tijdens de instructie.
- Ik verduidelijk vóór de instructie hoe mijn leerlingen er actief mee aan de slag moeten.
- Ik activeer mijn leerlingen door goeie vragen/opdrachten tussendoor te geven.
- Ik laat leerlingen oefenen, testen en hernemen.
- Ik combineer weloverwogen woord, beeld en een demo.
- Ik ondersteun de verbale instructies met onder andere voortonen en beeldmateriaal.
Instructie / Probleemstelling
- Ik begeleid de leerlingen van de lesfase instructie naar zelfstandige verwerking.
- De leerlingen krijgen oefentijd.
- De leerlingen kunnen hierin fouten maken en leren hieruit.
- We werken met restmaterialen
- We kunnen gebruik maken van een virtuele omgeving.
- Ik doe een stap voor en laat de leerlingen deze herhalen. Nadien doe ik een stap voor en laat ik de leerlingen de volgende stap zelf uitvoeren.
- De leerlingen kunnen een stappenplan opstellen of gebruiken.
- Ik geef een voorbeeldopdracht en laat de leerlingen alle stappen zelf uitvoeren, daarbij controleer ik het begrip van de leerlingen, zodat ik weet wat de leerlingen nog nodig hebben.
- Ik hou rekening met verschil in tempo en cognitieve mogelijkheden:
- Door bijvoorbeeld instructievideo's in te zetten waarin ik een probleem oplos.
- Door gebruik te maken van een projectdossier, leerpad, cursusmateriaal.
Begeleid inoefenen
- Ik kies mijn doelen voor de les of aankomende lessenreeks op basis van het leerplan.
- Ik durf kritisch te kijken naar mijn projecten en stel die in vraag.
- Ik bepaal welk doel ik wil bereiken met mijn leerlingen tijdens een les/lessenreeks vanuit hoge verwachtingen.
- Ik kijk naar het werkwoord in het leerplandoel.
- Ik deel met de leerlingen waarom dit betekenisvol is.
- Ik formuleer vanuit de leerplandoelen de leer/ lesdoelen.
Doelgericht werken
- Ik verduidelijk het lesverloop en de timing.
- Ik leg mijn leerlingen uit hoe we de les indelen en welke keuzes ik gemaakt heb in de voorbereiding.
- De leerling kunnen aan de hand van een schema zien waar welke activiteiten kunnen doorgaan.
- Ik maak duidelijke afspraken om een machine te gebruiken en welke stappen nodig zijn.
- Ik maak duidelijk hoe we omgaan met grondstoffen.
- Ik deel mijn verwachtingen van het leerlinggedrag met mijn leerlingen.
- Ik expliciteer aan de leerlingen wat, wanneer, waarom, door wie en hoe leerlingen geëvalueerd worden.
- Ik maak helder voor de leerlingen hoe ze geëvalueerd worden voordat ze aan een opdracht beginnen.
- Ik nodig leerlingen uit om mee te denken over de manier en het moment van evalueren.
- Ik zorg ervoor dat de afspraken rond de evaluatie helder zijn.
- Ik zet in op een lesstructuur met gerichte evaluatiemomenten waarbij de leerlingen hun leerproces in eigen handen kunnen nemen.
Structuur
- Ik maak de leer- / lesdoelen duidelijk voor de leerling (kan voor elke leerling anders zijn)
- Je kan daarbij stappenplannen, checkisten gebruiken.
- Ik bepaal de succescriteria (samen met de leerlingen) die nodig zijn om het lesdoel te behalen.
- Ik maak duidelijk aan de leerling wat er verwacht wordt (stappenplan, tekening, afspraken, ...)
- Een goed eenvoudig opgesteld leer/ lesdoel zal je helpen duidelijke criteria te bepalen.
- Duidelijke criteria zal helpen om het leerproces in handen van de leerlingen te geven.
- Duidelijke criteria zullen helpen om helder te evalueren.
- Ik kader dit lesdoel in het grote(re) plaatje.
- Ik zorg dat mijn lesdoelen helder zijn voor alle leerlingen.
- Ik gebruik woord en beeld om mijn lesdoel kenbaar te maken
- Ik laat zien hoe succes eruit ziet, wat het eindproduct zou moeten zijn.
- Ik maak onbekende begrippen in het doel direct duidelijk aan de leerlingen.