Bij een terugkerende hypo- of hyperglykemie
raadpleeg een huisarts, diabetesverpleegkundige
of POH.
De 2 - 4 - 6 - regel
Behandeling en advies hypoglycemie:
- Geef de cliënt glucose. Glucose wordt opgenomen in het bloed. De bloedglucosewaarde kan snel stijgen.
- De hoeveelheid glucose die nodig is om een juiste stijging van de bloedglucosewaarde te geven, verschilt per persoon.
- Het advies is om 0.3-0.5 gram glucose te geven per kilogram lichaamsgewicht, met een maximum van 20 gram bij volwassenen.
- Controleer 15-20 minuten na de inname de bloedglucosewaarde opnieuw. Is deze onvoldoende gestegen, herhaal dan de procedure.
- Is de bloedglucose voldoende gestegen en duurt het nog meer dan twee uur voor het eten? Adviseer dan een snee brood met hartig beleg of een stuk fruit te eten.
Iedere 2 uur bloedglucose meten en extra snelwerkende insuline analoog (laten) bijsputen tot een waarde ,15 mmol/l is bereikt met behulp van de volgende twee adviezen:
Bij bloedglucose 15-20 mmol/l : 4 E snelwerkende insuline analoog extra.
Bij bloedglucose > 20 mmol/l: 6 E snelwerkende insuline analoog extra.
Laat de patiënt bij een bloedglucose < 15 mmol/l nog iedere 2 -4 uur doorgaan met zelfcontrole tot een stabiele (bijna) normoglycemische situatie is bereikt.
Hypo en hyper wijkverpleging
O&O
Created on February 18, 2021
Start designing with a free template
Discover more than 1500 professional designs like these:
View
Interactive Bingo
View
Interactive Hangman
View
Secret Code
View
Branching Scenario: Academic Ethics and AI Use
View
The Fortune Ball
View
Repeat the Sequence Game
View
Pixel Challenge
Explore all templates
Transcript
Bij een terugkerende hypo- of hyperglykemie raadpleeg een huisarts, diabetesverpleegkundige of POH.
De 2 - 4 - 6 - regel
Behandeling en advies hypoglycemie:
Iedere 2 uur bloedglucose meten en extra snelwerkende insuline analoog (laten) bijsputen tot een waarde ,15 mmol/l is bereikt met behulp van de volgende twee adviezen:
Bij bloedglucose 15-20 mmol/l : 4 E snelwerkende insuline analoog extra.
Bij bloedglucose > 20 mmol/l: 6 E snelwerkende insuline analoog extra.
Laat de patiënt bij een bloedglucose < 15 mmol/l nog iedere 2 -4 uur doorgaan met zelfcontrole tot een stabiele (bijna) normoglycemische situatie is bereikt.