schoolrijpheid - deel 3

"Schoolrijpheid",wat is dat?

DEEL 3

Informatie in verband met de overstapvan de derde kleuterklas naar het eerste leerjaar.

Inhoud

deel 1

deel 2

deel 4

deel 3

Aandachtspunten ivm schoolrijpheid

Visie schoolrijpheid

Domeinen binnen schoolrijpheid

Domeinen binnen schoolrijpheid

7. sociaal en emotionle ontwikkeling 8.executieve functies

Aandachtspunten ivm de overstap naar het eerste leerjaar

4. taalontwikkelingmotorische ontwikkeling 5. motorische ontwikkeling 6. cognitieve vaardigheden

Domeinen binnen schoolrijpheid

1. tijdsbesef
2. ruimtebesef
3. rekenvoorwaarden

7. Sociaal en emotionele ontwikkeling Van kinderen van de derde kleuterklas verwachten we dat ze:

• Kunnen opkomen voor zichzelf en voldoende weerbaar zijn
• Vlot contactenkunnen leggen
• Zich stillaan kunnen verplaatsen in iemand anders
• Kunnen omgaan met regels en afspraken
• Opmerkingen kunnen aanvaarden
• Bereid zijn om conflicten te leren oplossen
• Tegen hun verlies leren kunnen (sommigen leren dit nooit... )
• Nieuwe gedragingen spelenderwijs kunnen aanleren
• Steeds beter kunnen samenspelen en samenwerken met anderen
• Trots kunnen zijn op eigen prestaties
• Zich betrokken voelen in de klas en thuis
• Een "neen" kunnen accepteren
• ...

Sociale en emotionele ontwikkeling Hoe stimuleren ?

• Geef positieve aandacht aan wat je kind al kan.
• Help je kind en stimuleer waar nodig.
• Laat je kind zijn emoties voelen en tonen, en zeg niet te snel "je moet niet wenen". Bespreek met je kind hoe hij/ zij met zijn emoties kan omgaan.
• Bespreek met je kind welk gedrag gepast is en wat ongepast?
• Steun je kind bij zoeken naar een eigen mening.
• Stimuleer je kind om samen te spelen met leeftijdsgenootjes en zelf te zoeken naar oplossingen bij conflicten.
• Spelen van gezelschapsspelletjes
• Leer je kind omgaan met duidelijke afspraken en gevolgen.
• Door prentenboeken en verhalen voor te lezen aan kinderen worden ook verschillende gevoelens bespreekbaar.

Van kleuter naar leerling... hoe voelt dat?

Kinderen in de lagere school leren steeds beter hoe ze hun emoties op een gepaste manier kunnen uiten. Ze leren ook hun reacties te onderdrukken of te camoufleren. Het besef over emoties neemt toe - emotionele reacties zoals wenen en agressief gedrag nemen af ten voordele van het verwoorden of uiten van gevoelens op een andere manier. Het zelfbeeld verfijnt. Commentaren van omgeving dragen bij tot de vorming van dit zelfbeeld. Het veralgemenen om bij een groep te horen wordt sterker. Vaak is dit een heftige periode met veel ruzies en conflicten. Bedenk dat ook dit een leerproces is!

8. Executieve functies Om op school en in de maatschappij te functioneren, redeneringen op te bouwen, problemen op te lossen of te plannen, heb je goed ontwikkelde executieve functies nodig. Ze zorgen ervoor dat je je gedrag, je emoties en gedachten kan sturen en gericht kan inzetten. We worden niet met die skills geboren, maar kunnen ze vanaf de kleuterklas ontwikkelen via krachtige interacties en oefeningen.

Executieve functies ontwikkelen zich vanaf de geboorte tot de leeftijd van ongeveer 23 jaar...

Executieve functies Het werkgeheugen stelt ons in staat om 2 dingen tegelijk te doen. Bijvoorbeeld: plannen en instructies van anderen te onthouden. Zo kan Jamal bij een gezelschapsspel in de kleuterklas goed onthouden wie er telkens aan de beurt is. En heeft Silke problemen om verschillende instructies in één keer te onthouden - bijvoorbeeld ‘ga naar het toilet, neem je jas en ga naar de speelplaats’. Een kind van wie de impulscontrole niet voldoende sterk ontwikkeld is, wordt vaker afgeleid en kan zijn aandacht moeilijk richten. Tuur kan zijn aandacht bv. niet bij zijn rekenspel houden omdat Mohammed in de andere hoek met autootjes speelt. Of je merkt het aan Lowie die niet meteen kan stoppen met bewegen als de muziek ophoudt of aan Amina die haar antwoord eruit flapt voor de leraar haar aangeduid heeft. Kinderen die cognitief flexibel zijn, kunnen zich vlot aanpassen aan nieuwe situaties en tussen 2 of meer taken wisselen. Als Felix op een probleem botst, kan hij gemakkelijk een andere manier bedenken om het op te lossen. Cognitieve flexibiliteit heb je nodig om iets vanuit een ander perspectief te bekijken, te plannen, bij te sturen en een andere aanpak uit te proberen.” Al deze voorbeelden focussen op de puur cognitieve aspecten van de executieve functies. Maar die 3 functies – impulscontrole, werkgeheugen en cognitief flexibel zijn – worden ook ingezet in emotioneel geladen situaties, en dan komt er ook emotieregulatie aan te pas. Probeer maar eens 24² uit het hoofd te rekenen als je weet dat je er een hoofdprijs mee kan winnen

Executieve funtcies

Subtitle

We zien je graag terug voor deel 4!

Tot volgende keer! juf Klaartje en juf Kathleen

Bij vragen en opmerkingen:zorg@zonnebloem-sint-amands.be