Want to create interactive content? It’s easy in Genially!
Vogeltjes
jolanda.vogelaar
Created on January 14, 2020
Start designing with a free template
Discover more than 1500 professional designs like these:
View
Microcourse: Artificial Intelligence in Education
View
Puzzle Game
View
Scratch and Win
View
Microlearning: How to Study Better
View
Branching Scenarios Challenge Mobile
View
Branching Scenario Mission: Innovating for the Future
View
Piñata Challenge
Transcript
Klik op de vogels voor meer info
TERUG
Vink
De vink zie je eigenlijk altijd op de grond eten. Niet raar, gezien zijn voorkeur voor beuken-nootjes. Een mannetjesvink is makkelijk te herkennen: zacht-rode borst, grijzig kopje en witte vleugelstrepen. Het vrouwtje lijkt wel een vrouwtjesmus: bruin en onopvallend. De manier van lopen verraadt de identiteit. Een mus hupt, een vink loopt. Beide pellen zaden door onder- en bovensnavel langs elkaar te bewegen.
Luister naar de zang van de vink
TERUG
Groenling
Een makkelijke. Een groenling is grijsgroen met een opvallende, gele vleugelstreep. Vrouwtjes zijn grijzer dan mannen. De snavel is dik en stevig, de kop bol en het lijf fors. Net als de koolmees is de groenling verzot op zonne-bloempitten. De manier van consumptie verschilt nogal. Een koolmees hakt elk zaadje open; een groenling pelt het zaad in en met de snavel. Groenlingen zijn gezelschaps-dieren; je ziet ze meestal in groepjes.
Luister naar de zang van de groenling
TERUG
Kramsvogel
Kramsvogels zijn gasten uit het hoge noorden die vooral bij sneeuw, als de regenwormen op ons platteland onbereikbaar zijn, naar de tuinen trekken. Ze hebben het formaat van een forse merel met een lange staart, grijze rug en gespikkelde borst. Ze roepen vaak - tjak tjak. Ze zijn dol op rozijnen en vruchten, die ze als een merel opeten. Even hippen, kijken, oppikken, hippen, kijken, oppikken. Als ze vliegen, valt de witte ondervleugel op.
Luister naar de zang van de kramsvogel
TERUG
Turkse tortel
De tortel doet zijn naam eer aan. Eind januari wordt er al flink gebaltst. De mannen staan met de borst vooruit te pronken en af en toe wordt er razendsnel gepaard. De vogels zijn zacht beige, wat bol en ogen ‘onschuldig’. Als alle duiven loopt de tortel nogal raar. Om de omgeving goed in de gaten te kunnen houden, houdt de vogel zijn kop tijdens het lopen zo stil mogelijk. Lijf en kop bewegen los van elkaar. Knap schokkerig!
Luister naar de vluchtroep van de Turkse tortel
TERUG
Heggenmus
Een heggenmus lijkt wel een muis. Hij beweegt zich net zo sneaky. Zo’n vogeltje dat het ene moment nog verborgen zit, om het volgende ogenblik razendsnel een paar zaden van de grond te rapen. Op het eerste gezicht lijkt een heggenmus op een huismus. De heggenmus-snavel is echter veel spitser en bovendien zijn kop en borst van de heggenmus grijsblauw. Heggenmussen zijn eenpitters; je ziet er zelden meer dan één tegelijkertijd.
Luister naar de zang van de heggenmus
TERUG
Gaai
Hoe kleurrijk hij ook is, een gaai gedraagt zich onopvallend. Komt slechts even de tuin binnen, jat een pinda en maakt zich weer uit de voeten. Pellen en opeten gebeurt uit het zicht van de tuinbezitter. De vogel is vooral op de schutting of een wat verscholen tak te zien. Vandaar bekijkt hij of het veilig genoeg is om te landen. Grappig, die angst. Met het formaat van een ekster lijkt bang zijn toch niet nodig.
Luister naar de zang van de gaai
TERUG
Halsbandparkiet
Een halsbandparkiet hoor je eerder dan je hem ziet. Het scherpe, parkietachtige gekrijs is doordringend. Noch zittend noch vliegend valt de exoot over het hoofd te zien. Behalve zijn knalgroene verenkleed vallen zijn typisch gekromde parkietensnavel en scherpe vleugels en staart op. Hals-bandparkieten slapen met grote groepen gezamenlijk in bomen. In de schemer zwermen ze rond. Zonnebloempitten zijn gewild. Zó gewild, dat de voedersilo in een mum van tijd leeg is.
Luister naar de roep van de halsbandparkiet
TERUG
Kauw
Kauwen zie je zelden alleen; de paartjes blijven het hele jaar door bij elkaar en lijken elkaar doorlopend wat te melden te hebben. Ka ka ka. Ze zijn kleiner dan een kraai en hebben bovendien heel lichte, blauwe ogen, een lichtgrijze nek en lichtgrijs achterhoofd. Kieskeurig zijn ze niet, slim wel. Met acrobatische toeren weten ze pindakaas uit een nauwe pot te halen, trekken ze pindasnoeren omhoog of pakken ze brood-korsten van een ander af.
Luister naar de roep van de kauw
TERUG
Winterkoning
Het winterkoninkje is een van de kleinste vogels die in de tuin te zien zijn; twee derde van een mus maar veel boller. Kenmerkend voor dit bruinige vogeltje zijn het bijna parmantig opgestoken staartje, de lichte oogstreep en de dunne snavel. Een winterkoning scharrelt meestal wat op de grond tussen het struikgewas. Dat doet een heggenmus ook, maar die is veel groter en heeft bovendien een grijsblauwe kop.
Luister naar de zang van de winterkoning
TERUG
Winterkoning
De sperwer is de enige roofvogel die zich in een tuin waagt. Hij is duidelijk aanwezig, maar ook weer niet. Vanuit de dekking vliegt hij met een noodvaart over en grijpt hij razendsnel een mus, mees of spreeuw van de voedertafel om deze op een donker plekje te plukken en te verorberen. Slechts een hoopje veren en pootjes rest. Een mannetje is blauwgrijs van boven, een vrouwtje bruin. Beide hebben een gestreepte, rossige, borst. Formaat merel.
Luister naar de roep van de sperwer